TERUG

 

 

In ons rijke clubverleden is al eens her en der geopperd, zowel door bestuur als leden, om een eigen  c l u b b o t t e l i n g  te hebben. 
De ideeën en het enthousiasme hieromtrent werden al vlug getemperd als ze getoetst werden aan de realiteit.

 

 

Optie n°1

 

We zouden een vat new make spirit kunnen aankopen, waarna dit vat heel ver hier vandaan in één van de warehouses van de betreffende distilleerderij zal liggen rijpen.
Enkele onafhankelijke distilleerderijen bieden deze mogelijkheid: Arran, Bruichladdich, Kilchoman, Tullibardine, Glengoyne.

Na een jaar of tien kan er worden gebotteld, waarna de flessen worden gelabeld en verstuurd. Eventueel kan het vat, mits bijbetaling, nog één of meerdere jaren extra blijven liggen alvorens over te gaan tot bottelen.
De kans bestaat dat het vat na de rijpingsperiode nog niet lekker is, wat toch vrij frusterend kan zijn na de investering en het jarenlange wachten.

Leden die het geluk hebben gehad om er op onze clubreis "ISLAY 2006" bij te zijn, hebben zelf kunnen vaststellen in de warehouses van Bruichladdich, samen met ene Jim McEwan, dat een vat Springbank na 15 jaar nog steeds niet drinkbaar was. Dit maar om aan te tonen dat het ook mis kan gaan en dan moet je gaan "finishen".

Dus dit idee leek ons niet interessant om uit te werken...

Islay 2006

 

 

 

 

Optie n°2

 

Een andere optie zou zijn om een reeds gerijpt vat te kopen, wat via bepaalde bronnen wel mogelijk zou zijn. Vervolgens worden de flessen ons allemaal  toegezonden. Door het proeven van casksamples kan je op voorhand de kwaliteit van het betreffende vat te weten komen. Je krijgt direct waarvoor je betaalt, dus alle flessen komen gelijktijdig bij de rechtmatige eigenaar toe. 

Dit lijkt ons ook niet interessant om zoveel dezelfde flessen met dezelfde whisky gelijktijdig te bezitten.

 

 

 

 

Optie n°3

 

Het idee om een gerijpt, en reeds lekker vat whisky ook fysisch te bezitten, leek ons heel interessant. Hierin wilden we zelfs nog een stapje verder gaan, en het volle vat na ontvangst nog verder in een kelder te laten rusten om de whisky zo de kans te geven nog verder te rijpen en te evolueren. Iedere deelnemer zou hierin ook vrij zijn om het tijdstip te bepalen wanneer hij of zij, zelf zijn of haar rechtmatige flessen afvult naar gelang de evolutie van de whisky in het vat. Deze evolutie zou mee op te volgen zijn door op regelmatige tijdstippen casksamples te bedelen en te proeven.
Door onze connecties en vrienden in de steeds groter wordende whiskywereld, leek dit idee misschien zelfs haalbaar.

Om het geheel nog unieker te maken wilden we, indien mogelijk, opteren voor een vat Irish Single Malt Whiskey en meer bepaald Connemara. Deze Ierse geturfde Single Malt van de onafhankelijke Cooley Distillery is voor veel van onze leden geen onbekende en kan op heel wat bijval rekenen. Kijk maar naar de Top10 van onze whiskyscore’s van geproefde whisky’s op onze clubavonden, waar de Connemara Cask Strength nog steeds zijn mannetje staat tussen al die oude en minder goedkope bottelingen.

 

Begin 2008 kregen we dan een sampleflesje te proeven met daarin een mooi gekleurde vloeistof die heerlijk geurde naar rijp fruit en op de voorgrond bananen, vanille, munt en een zweempje rook. Heerlijk en veelbelovend. Onze eerste indruk was een Speysider die ook geturfde mout bij de productie gebruikt. Het bleek geen Ardmore te zijn maar wel een casksample van een op bourbon vat gerijpte Connemara uit het jaar 1992. 
Als je weet dat de Cooley distilleerderij pas in het jaar 1991 begonnen is met het produceren van geturfde Single Malt die de naam Connemara meekreeg, dan weet je dat dit sample tot de oudere Connemara’s behoort die op deze planeet beschikbaar zijn. Maar los van dit feit is het gewoon een lekkere veelzijdige whiskey, die de geur in de smaak en afdronk verder zet.

I think we've got a winner!

TERUG