TERUG

 

Achtste editie Cask Six Whiskywandeling
28 Februari 2016

VERSLAG: Gunter (Lidnr.01)

 

 

Voorbode van een mooie lente.

Zo leek het wel. Mooie strakke blauwe lucht en een prille zon, die geholpen door wat luwte al een beetje van z’n kracht kon laten voelen, zo vroeg in het voorjaar. Ideaal wandelweer voor Cask Six, bevriende whiskyclub uit Mol, en aangezien er een Alaska-trip voor de boeg staat, een buitenkans om na de winterslaap de fysiek eens te testen. Het drinken nemen we er dan maar noodgedwongen bij.

 

Samenkomst was aan “De Maat” en dat bleek een kamp vol jeugdherinneringen van kleine broer te zijn. Ooit was hij hier op vakantie geweest met de Chiro en meer mogen we daarover hier niet zeggen.

 

 

 

Het bestuur van Cask Six verdeelde de flessen over verschillende rugzakken en Bert Dexters, die onze whiskygids zal spelen vandaag, riep ons samen op de binnenkoer. We mochten er een whisky kiezen en tijdens het degusteren ervan gaf hij een woordje uitleg over de whisky’s en stelde de gids voor, die op zijn beurt het “natuurlijke” gedeelte van de wandeling voor zich ging nemen.

 

Relevante geschiedenis over de streek volgde en dan vooral de ontplooiing en vooruitgang die de wereldberoemde Molse zandwinning voor de streek betekend heeft. Deze zandwinning heeft uiteindelijk ook mee het huidige landschap van duinen en plassen mee bepaald.

 

 

 

 

 

 

 

Oh ja, de whisky’s! Men kon kiezen uit een Bowmore, gedistilleerd in 1990 en gebotteld in 2003, of een Longmorn, gedistilleerd in 1994 en gebotteld in 2004, uit de reeks van wijlen Helen Arthur. Verscheidene onder ons hebben haar nog ontmoet en gesproken. Ze heeft een van de eerste boeken over whisky geschreven en dit stukje geschiedenis mag eigenlijk in geen enkele “whiskykast” ontbreken. Toen deze reeks verscheen werden er wel wat wenkbrauwen gefronst. “We waren dat toen niet gewoon”, etiketten die ontworpen waren door een bevriende artiest van haar. Nu weten we beter en met spijt denken we terug aan de toen “goedkope” whisky’s met de “spuuglelijke” etiketten waarvan we nu een frisse Bowmore met heel wat zee-aroma’s en licht medicinale rook in ons glas krijgen.

 

 

 

De slimste onder ons kwam met het idee om de helft van de glazen te laten vullen met deze Bowmore en de andere met Longmorn. Na veel reken- en puzzelwerk hadden we eindelijk 5 gedeeld door 2 en kon iedereen ook van de Longmorn genieten. Subtiel en lekkere afdronk. De wandeling kon voor ons part, 5/5, beginnen!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Langs een plas, ontstaan door de zandwinning, begeven we ons dwars door de natuur naar het eerste proefpunt op de route.

Beide gidsen doen hun ding en er wordt ons een Ledaig ingegoten.

Eentje van bottelaar Liquid Art waar toevallig Dhr. Bert Dexters een lid van is.

Om de lijn een beetje door te trekken: de etiketten op deze flessen zijn ook het werk van een kunstenaar. Hij liet zich inspireren door insecten en vissen en stelde uit beide nieuwe wezens samen.

51.6%, heet en schroeiende rook in de keel. Met het bijgekregen water kan je blussen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De wandeling voert ons verder langs vluchtelingkampen (I kid you not!) naar de Molse Highlands en Ardmore. 2 flessen!

 

Eentje van Bert Bruyneel zijnde Asta Morris en eentje van Kleine Stelle, zijnde voorzitter van Cask Six. De Ardmore van Asta Morris is er eentje van 14 jaar oud. Gebotteld op 51.3% en uit een ex-bourbon vat. Heel wat jonge rook, hint van vanille en peper in de afdronk. Die van Stelle is er eentje van Gordon & MacPhail. 1993 gedistilleerd en in 2009 gebotteld op 54.7%. Een gekend en gewaardeerd bommetje. Rook, kruiden, fruit, complexiteit en zwaarte.

 

Genieten in open lucht.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Even later wordt weer verzamelen geblazen.

De nieuwe Arran The Bothy moet eraan geloven.

Een “bothy” is een alleenstaande wat verlaten schuilhut waar men van alles kan doen. Drank consumeren met vrienden, legaal of illegaal, of in het verleden zelfs drank stoken, meestal illegaal. Deze was daarom zo slecht nog niet en ik denk dat Arran met deze botteling hulde wil brengen aan dit verschijnsel “uit het verleden” (het schuilen in de hut hé!). ’T Kan ook zijn dat ze gewoon een bothy op hun domein hebben staan, net zoals er een “peacock” rondloopt, er een “rowan tree” groeit en het hondje van de master distiller een “Westie” is. Wink wink, nudge nudge.

Deze Arran heeft eerst gerijpt op ex-bourbon vaten en daarna nog zo’n 18 maanden op quarter casks, vaatjes van 50 liter, gemaakt van grote 200 liter vaten. Een kwartje dus.

Een heuse vanillefruitbom of wat had je gedacht. Blij dat er nog zo’n fles thuis in de kast staat.

 

 

 

 

 

Verder langs een door de vroegere kasteelheer aangelegde dreef waar hij altijd in de zon kon wandelen. De dreef is er nog maar het kasteel zelf is er niet meer. De stenen van het tot verval gekomen kasteel zijn “gerecupereerd” en terug te vinden in vele huizen, verspreid over de omliggende dorpen (voor zo’n “wistje datje” heb je dus een goede gids nodig!).

 

 

 

 

Plots komen we aan een verhoging in het landschap. Zowaar een hunebed!

Aangelegd toen men nog optimistisch dacht om hier een toeristisch park uit te bouwen met dit hunebed als grande entree.

Nu ideaal om de Kavalan Solist Sherry Cask uit te schenken.
Let the beast go!
Een sherrymonster. Zeker in de alcoholen die kort gerijpt hebben. Lang gaat immers niet met een Angel Share van rond de 12% per jaar. Redelijk zuiver en zeer rijk.

Genietend van de afdronk begeven we ons terug naar De Maat waar ons nog een bord spaghetti/macaroni wacht.

 

 

 

 

 

 

 

Gezellig aan de schragen moeten we vaststellen dat de whisky’s van het begin-tableau onderweg wel wat aanvulling gekregen hebben. Bij-”gestroopt”? Nee, dat zal wel niet aangezien onze natuurgids tevens de boswachter is. Of misschien was die fles Kilchoman niet als bedankje aan hem gegeven, maar als zwijggeld?

Enfin, getraind in wandel, drank en gezelligheid keerden we huiswaarts. Weer een stapje dichter bij ons grote Alaska-avontuur.

 

 

 

 

TERUG